Nieuws

Gemeente hekelt model StudentenkamerKopen.nl, maar eigen beleid veroorzaakte kamertekort

Een nieuw woonconcept van StudentenkamerKopen.nl, waarbij studenten samen eigenaar worden van een pand, stuit op stevige kritiek van de gemeente Utrecht. Die noemt het initiatief “kwalijk” en vreest hogere woonlasten en verdere uitholling van het betaalbare kamersegment. Toch is die kritiek opvallend, juist omdat lokale en landelijke overheden zélf het aanbod aan studentenkamers al jaren laten dalen — onder meer door strenge vergunningseisen voor woningdelen en de invoering van het huurpuntensysteem.

In plaats van een bedreiging, biedt StudentenkamerKopen.nl juist een innovatieve oplossing voor het woningtekort onder studenten. In tegenstelling tot de uitpondgolf waarbij panden worden omgezet in dure koopappartementen en studentenkamers verdwijnen, blijven de kamers bij dit model behouden. Het verschil is dat studenten – vaak met hulp van hun ouders – niet langer huur betalen aan commerciële verhuurders, maar gezamenlijk eigenaar worden. Zo krijgen ze meer zeggenschap, stabiliteit en bescherming tegen excessieve huren of malafide huisbazen. Op een volledig legale wijze, volgens advocaat Nicky Loekemeijer: “Er is geen sprake van een bouwkundige splitsing, dus je hebt hiervoor geen vergunning nodig.”

Waar gemeentelijke regelgeving het kamersegment heeft uitgehold en huren heeft opgedreven, biedt dit concept een concreet alternatief dat het bestaande aanbod behoudt én recht doet aan de enorme vraag. Dat de gemeente zich daartegen verzet, is daarom eerder een poging tot symptoombestrijding dan een structurele oplossing.

RTV Utrecht: “Studentenkamers nog moeilijker te vinden”, verhuurders haken af

Het vinden van een studentenkamer in Utrecht is deze zomer nog moeilijker geworden. De oorzaak ligt bij de nieuwe Wet Betaalbare Huur, die sinds 1 juli 2024 van kracht is. Deze wet bepaalt de maximale huurprijs via een puntensysteem. Verhuurders mogen hierdoor minder huur vragen en vinden kamerverhuur daardoor financieel onaantrekkelijk. Daarnaast vormen strenge vergunningseisen voor woningdelen met meer dan drie bewoners een extra barrière. In veel gevallen worden deze vergunningen niet toegekend.

Als gevolg hiervan haken veel verhuurders af of besluiten hun panden te verkopen. Het huuraanbod in Utrecht is hierdoor met 10,9 procent gedaald, terwijl er landelijk zelfs sprake is van een daling van 43 procent. Studenten zoals Charlotte hebben moeite om een vaste woonplek te vinden en zijn daardoor vaak genoodzaakt om regelmatig te verhuizen.

De belangenorganisatie Vidius staat achter de wet, maar pleit voor soepelere regels rond woningdelen, bijvoorbeeld door dit tot vier personen vergunningsvrij toe te staan. Ook Kences-directeur Jolan de Bie ziet woningdelen en het verbeteren van campusvoorzieningen als mogelijke oplossingen. Ze zet vraagtekens bij de effectiviteit van de wet als deze leidt tot een afname van het kameraanbod.

De wet is goed bedoeld, maar leidt in de praktijk tot een daling van het aantal beschikbare kamers. Meer flexibiliteit in de regelgeving, met name rond vergunningen, zou kunnen bijdragen aan een beter evenwicht op de woningmarkt.

Studentenkamer vinden nog moeilijker dankzij nieuwe verhuurregels

Studenten hebben het steeds moeilijker om een kamer te vinden, mede door nieuwe verhuurregels. Vooral in universiteitssteden is het aanbod flink afgenomen: het aantal beschikbare studentenkamers is in een jaar tijd met 30% gedaald. Bijna de helft van de studentenkamers is in handen van particuliere verhuurders, maar strengere regelgeving en hogere belastingen maken verhuren aan studenten minder aantrekkelijk. Veel verhuurders verkopen hun panden, wat het tekort verder vergroot.

De Wet Betaalbare Huur bepaalt via een puntensysteem hoeveel huur gevraagd mag worden, wat vaak lager uitkomt dan verhuurders willen. Ook is het lastiger geworden om aan meer dan twee personen te verhuren, omdat daarvoor nu een vergunning nodig is. Studenten moeten hierdoor verder reizen en missen binding met hun studentenstad.

Oplossingen zoals campuscontracten en het versoepelen van vergunningsregels worden voorgesteld. De LSVb roept onderwijsinstellingen op verantwoordelijkheid te nemen, terwijl Kences juist gemeenten oproept soepeler te zijn richting kamerverhuurders.

NRC: “Aanbod studentenkamers met een derde gekelderd”

Het aanbod van studentenkamers is in het tweede kwartaal van 2025 met 40% gedaald, vooral in Den Haag, Amsterdam en Utrecht. Kleine huurwoningen zijn het schaarsst. Verhuurders trekken zich terug door strengere regels, belastingen en huurplafonds. Verkamering is vaak verboden en nieuwbouw blijft achter.

Studenten doen vaak meer dan drie maanden over het vinden van een kamer. Hospiteren is zwaar, de kwaliteit van woningen is vaak slecht, en internationale studenten worden regelmatig uitgesloten.

Universiteiten en vakbonden waarschuwen dat de kamernood het hoger onderwijs belemmert. Alleen structurele bouw van meer studentenwoningen kan het probleem oplossen.

Studentenkamers schaars: ‘Wet Betaalbare Huur werkt averechts’

In 2025 is het vinden van een studentenkamer moeilijker dan ooit. De gemiddelde huurprijs ligt rond de 705 euro per maand, met in sommige steden uitschieters boven de duizend euro. In Amsterdam betalen studenten gemiddeld 974 euro voor een kamer, gevolgd door Utrecht met 835 euro. In Maastricht ligt de prijs wat lager op 600 euro. Alleen in steden als Groningen, Leeuwarden en Wageningen zijn de kamers nog enigszins betaalbaar, met maandhuren van respectievelijk 490, 441 en 359 euro.

De hoge prijzen zijn het gevolg van een combinatie van factoren. Het woningaanbod is in veel steden flink gekrompen, soms met meer dan dertig procent, terwijl het aantal studenten blijft groeien. Tegelijkertijd heeft de invoering van de Wet Betaalbare Huur ertoe geleid dat particuliere verhuurders zich terugtrekken, omdat het verhuren van kamers voor hen minder aantrekkelijk is geworden. Ook de toestroom van internationale studenten speelt een rol. Zij zijn vaak volledig afhankelijk van particuliere huur en oefenen daardoor extra druk uit op de toch al krappe markt.

Hoewel de situatie in grote steden somber is, zijn er nog steeds mogelijkheden voor studenten die flexibel zijn. Door te zoeken in kleinere steden of buiten het centrum kunnen zij soms nog een kamer vinden voor onder de vijfhonderd euro per maand. Daarnaast zijn alternatieve woonvormen in opkomst, zoals antikraak of gezamenlijke woonprojecten waarbij studenten een pand beheren of kopen. Tegelijk groeit het risico op oplichting. Volgens de Landelijke Studentenvakbond moeten studenten alert blijven op aanbiedingen die te mooi lijken om waar te zijn.

Vastgoed Actueel: Studentenkamer duurder en schaarser, nu gemiddeld €705

In het laatste kwartaal van 2024 zijn studentenkamers gemiddeld 5,6% duurder geworden, met een landelijke gemiddelde huurprijs van €705 per maand. De grootste stijgingen waren in Leiden (+17,3%), Tilburg (+16,9%) en Nijmegen (+15,2%). Amsterdam blijft het duurst met een gemiddelde van €974.

Het aantal beschikbare kamers daalde licht (-1%), met vooral een sterke afname in Leiden en Haarlem (>30%). In steden als Zwolle, Eindhoven en Ede nam het aanbod juist toe. Volgens Kamernet-CEO Seelmann ontmoedigt nieuwe regelgeving verhuurders, wat het aanbod verder verkleint.

Ook appartementhuren stegen fors in grote steden, behalve in Eindhoven, Groningen en Utrecht, waar dalingen tot bijna 16% werden genoteerd.

Kamerprijzen op particuliere markt in Utrecht stijgen naar 837 euro

De gemiddelde huurprijs van een studentenkamer in Utrecht is het afgelopen jaar met 22,5 procent gestegen naar 837 euro. Daarmee is Utrecht na Amsterdam (961 euro) de duurste studentenstad van Nederland. De prijsstijging komt door een tekort aan kamers en een dalend aanbod op de particuliere markt. In andere studentensteden zoals Breda en Zwolle stegen de prijzen zelfs met 30 procent.

Kamernet, dat deze cijfers publiceerde, meldt dat kamers gemiddeld groter zijn geworden, wat via het puntensysteem leidt tot hogere huren. Daarnaast maken nieuwe verhuurregels het voor particuliere verhuurders minder aantrekkelijk om aan studenten te verhuren. Hierdoor kiezen zij er vaker voor om woningen te verkopen of aan koppels te verhuren. Bij de SSH in Utrecht zijn kamers goedkoper (350–600 euro), maar de wachttijd bedraagt daar gemiddeld 38 maanden.

fr_FR